“Wat zijn die zwarte korrels?”
“Dat zijn beluggalinzen, lieverd”
“Weet je zeker dat het geen konijnenkeutels zijn?”
Karien bekijkt de glanzende zwarte bolletjes aandachtig, prikt ze een voor een aan haar vork, steekt ze in haar mond en kauwt voorzichtig. “Wat is dat prutje ernaast?”
“Dat is geen prutje, lieverd. Dat is confit de canard”
“Confit de wat?”
“Eendenvlees. Een klassiek Frans gerecht. Het heeft een nacht opgestaan. Dit was je moeders lievelingsgerecht”
“Ik kan me niet voorstellen dat iemand deze muffe draadjes lekker vindt”
Met een zucht gaat Hanna aan tafel zitten. De hele dag heeft ze voor haar nichtje in de keuken gestaan. Ze heeft de eend zorgvuldig gekruid en met alle zorg de linzen bereid. De hele dag is ze daarmee bezig geweest en dan is dit wat ze ervoor terugkrijgt.
“Frans eten is zo ouderwets. Waarom maak je niet zoiets als sushi, of couscous gekruid met ras-el-hanout? Of we kunnen ook een pizza gaan eten bij Happy Italy.” Karien schuift haar bord naar achteren. “Ik eet dit niet op, in elk geval.”