Eekhoorn

Eén van de meest prangende levensvragen allertijden waar ik in mijn vierentwintigste levensjaar op stuitte was de vraag waarom een eekhoorn een eekhoorn heet. Een definitief antwoord heb ik niet en dus zal het diertje voor mij altijd met mysterie omgeven blijven, een toegangspoort naar het hoe en wat van ons bestaan vormen.

Natuurlijk heb ik wel mijn best gedaan om een zo goed mogelijk antwoord te krijgen.

Eens in de zoveel tijd is het zover, dan kan ik er niet meer om heen, dan wil ik de achtergrond en betekenis van een bepaald woord weten. Zo ook met de eekhoorn. Dat dit vaak samenvalt met een periode van drukte, waarin ik eigenlijk andere prioriteiten zou moeten stellen, berust op puur toeval.

De eekhoornkwestie kwam tot mij op een zonnige herfstdag begin oktober, eenzelfde soort dag als de dag van vandaag. Ook toen liep ik door het bos. Eekhoorns heb ik daar niet gezien, nooit gezien ook. Wel kwam ik een heleboel eiken tegen. Vanzelfsprekend lagen daar onder die eiken ook eikels. Bij de zevenhonderdtweeëntwintigste eikel leek het alsof de wereld even stil stond. De eikel leek wel op te lichten. In de Engelse taal is eikel “acorn”, fluisterde een stem me in. Acorn? Eikel is acorn? Acorn, dat klinkt als… als eekhoorn!

Ik snelde naar huis om mijn slag te slaan in de wondere wereld die internet heet. Met mij hadden vele andere soortgenoten zich afgevraagd waar de naam “eekhoorn” vandaan kwam. Het verband met acorn is vaker gelegd. Deze herkomst wordt echter nergens volledig bevestigd, omdat eekhoorn wel eens een verbastering zou kunnen zijn van “eekhoren” of “eekhoring”, waarbij dat laatste verwijst naar een marter- of fretachtige diersoort. “Eek” zou dan weer afstammen van het oud-Germaanse woord “aker”, dat inderdaad niets minder is dan een open veld, een akker dus. En toch, “eek” en “eik” lijken verdacht veel op elkaar.

Maar ach, wat maakt het uit. Je ziet wat je wilt geloven, toch?

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'