Het geluid van de mannen van de groenteboer

Elke ochtend om acht uur word ik wakker door een busje dat bij mij in de straat parkeert. Iemand stapt uit, roept wat, een garagedeur wordt opgeschoven. Meer stemmen klinken, de achterdeuren van het busje gaan open, er wordt met dozen gesjouwd. Het gepraat wordt luider, ik versta niet wat er gezegd wordt, maar een halfuur gaat het zo door, daarna is het weer stil. Mijn dag begint, telkens weer, met het laden en lossen van de plaatselijke groenteboer.

Er zijn meer geluiden die regelmatig terugkeren: het voorbijzoeven van de trolleybussen, de kat van de onderburen die probeert te graven in het grind dat op het dak ligt, het eentonige gezoem van de wasmachine van mijn buren links, die meestal om elf uur ’s avonds wordt aangezet, vlak voordat ik ga slapen, het getik van hun wc-rolhouder als iemand op de wc zit en het wc-papier eraf draait, het gerinkel van sleutels van andere buren in de ochtend, in de avond, in de nacht, een scootertje elke donderdagavond in de steeg, het galmen van stemmen in het trappenhuis.

Ik hou van deze geluiden. Ze geven me een gevoel van thuiszijn. Ze zorgen voor herkenbaarheid, voor vertrouwdheid, omdat ze aangeven dat alles is zoals het altijd is. Dat is iets anders dan zeggen dat ik ze zal missen als ze er niet meer zijn. Dat niet. De meeste van deze geluiden kan ik missen als kiespijn, omdat ik er meestal wakker van wordt of erdoor uit mijn slaap wordt gehouden. Het valt me ook nooit op als de geluiden er niet zijn.

Behalve het geluid van de mannen van de groenteboer. Dat zal ik missen, want dat is een geluid waar ik naar uitkijk. Een geluid dat betekenis geeft aan mijn dag, omdat het het begin ervan inluidt. Als ik het busje hoor afremmen, dan weet ik het: Heleen, het is tijd om op te staan, om koffie te zetten. Er is weer een nieuwe dag begonnen, een dag die vrijwel hetzelfde zal zijn als alle dagen ervoor. Dat is mooi.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'