Misschien wel het bekendste punt van het Midden-Rijndal waar ik deze zomer verbleef is de Loreley, de 132 meter hoge rots aan de oever van de Rijn. Bij deze rots is de rivier op haar smalst (113 meter) en diepst (25 meter) en maakt ze een scherpe bocht, wat een behoorlijke stroming veroorzaakt. Al eeuwenlang doen er verhalen de ronde over dwergen, berggeesten en nimfen die op dit punt op de oevers van de Rijn ronddwalen en schepen tot zinken brengen. Het bekendste verhaal – degene die nog steeds verteld wordt – is de mythe over de nimf Loreley.
De mythe van Loreley
Die mythe gaat als volgt. Lang, lang geleden werden de oevers van de Rijn bewoond door nimfen. Toen kwamen de mensen. Zij wilden de oevers niet met deze nimfen delen en jaagden ze weg. Maar er was één nimf die geen afscheid wilde nemen van deze plek aan de rivier. Haar naam was Loreley.
Loreley zocht haar toevlucht op de metershoge rots, vanwaar zij uit kon kijken over de hele rivier. Met haar prachtige, treurige zang, haar oogverblindende schoonheid en haar lange gouden haren betoverde ze vele schippers die voorbijkwamen. Zij verloren de aandacht voor hun schip en sloegen door de sterke stroming op de rotsen. Een enkeling overleefde deze schipbreuk; de meesten verdronken.
Op een dag wilde een jonge ridder deze mooie verschijning weleens van dichtbij bewonderen. Samen met zijn schildknaap ondernam hij een tocht naar de rots. Ook hij raakte betoverd door haar gezang en haar uiterlijk, sloeg met zijn boot op de rotsen, en verdronk. Zijn schildknaap lukte het echter om uit het water te komen. Die ging terug naar het kasteel waar de vader van de jonge ridder woonde, om hem van het droevige nieuws op de hoogte te stellen. Overmand door emoties geeft deze aan zijn mannen de opdracht om Loreley op te zoeken en haar van de rots te gooien, zodat zij net als haar slachtoffers zou verdrinken.
Toen Loreley de mannen zag aankomen, zong ze haar laatste lied, een lied dat ervoor zorgde dat er uit de Rijn hoge golven opstegen. Ze sprong in het water, liet zich door deze golven meevoeren, en kwam nooit meer terug.
Over mythen en hun functies
Het woord ‘mythe’ komt van het Griekse muthos, dat ‘gesproken woord’ of ‘verhaal’ betekent. Veelal gaan deze verhalen over goden en godinnen (en hun nageslacht). In de Griekse mythologie bestaat er een soortgelijk verhaal als dat over Loreley, namelijk een verhaal over de Sirenen, halfgodinnen met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw. Ook zij leefden aan het water. Ook zij verleidden voorbijgangers met hun gezang. En ook zij jaagden zo vele mannen de verdrinkingsdood in. Maar in tegenstelling tot het verhaal van de Griekse Sirenen is de mythe over Loreley niet heel oud: het dateert uit het begin van de negentiende eeuw.
Als ik aan mythen denk, dan denk ik aan alle verhalen die ik heb gehoord of gelezen of vertaald tijdens mijn zes jaar op het gymnasium, en ik denk aan Joseph Campbell. Hij stelde dat alle mythen van over de hele wereld een overeenkomstige structuur hadden. Elk van die verhalen verliep volgens ongeveer dezelfde stappen. Dit noemde hij de monomythe. (Deze monomythe, soms ook wel aangeduid als ‘de reis van de held’, wordt heel veel gebruikt binnen storytelling. Maar dat is weer een ander verhaal. Hier schreef ik daar ook al eens over.)
Volgens Campbell zijn mythen niet louter verhalen, maar hebben ze vier functies: een mystieke functie, een kosmologische functie, een sociologische functie en een psychologische of pedagogische functie. Mythische verhalen zorgen voor een gevoel van bewondering en verwondering over de wereld en het universum. Ze zorgen ervoor dat lokale kennis en individuele ervaringen hieraan verbonden kunnen worden. Ze ondersteunen en verklaren een bepaalde sociale orde. En ze leren ons mensen hoe we in bepaalde omstandigheden moeten leven, ze kunnen ons als het ware door het leven gidsen.
Een mythe als relatie
Dat laatste brengt me bij iets wat ik tegenkwam in het werk van Sophie Strand. Zij omschrijft een mythe als een map, een kaart, waarop de relaties op een bepaalde plek worden weergegeven. Elke mythe ontstaat in een bepaalde tijd op een bepaalde plek op de wereld, in een bepaald ecosysteem. Het laat ons dit ecosysteem zien en vertelt ons hoe we er op een juiste manier in kunnen wonen.
Het verhaal van Loreley is ontstaan in een wereld van industrialisatie, uitvindingen op het gebied van technologie en transport (ik las ergens dat er sinds 1835 stoomboten op de Rijn varen) en Romantiek, met name in Duitsland. Het geeft ons een verklaring voor waarom er op deze plek in de Rijn zoveel schepen op de rotsen te pletter zijn geslagen, een verklaring die meer tot de verbeelding spreekt dan het gegeven dat de rivier hier op haar smalst en diepst is, een scherpe bocht maakt en daardoor heel hard stroomt. Maar kunnen we nog meer van dit verhaal leren, iets wat nu, in de 21ste eeuw, nog steeds relevant is?
Tijdens mijn vakantie las ik vier boeken, die alle vier iets met rivieren te maken hadden: The Flow van Amy-Jane Beer, De grenzeloze rivier van Matthijs Deen, Drinkbare rivieren van Li An Phoa en Maarten van der Schaaff en Ik ken een berg die op mij wacht van Sholeh Rezazadeh. In drie van de vier boeken kwam bezorgdheid over de toekomst van rivieren (en ons water in het algemeen) uitdrukkelijk naar voren. Een rivier is niet alleen decoratief element in het landschap waar wij ons bevinden; ze maakt net als wij deel uit van het ecosysteem op een bepaalde plek, en dus staan wij met haar in relatie, en zij met ons.
Wat vertelt het verhaal van Loreley ons over deze relatie, de relatie tussen mens en Rijn? Kunnen we de mythe ook lezen als een verhaal over het menselijk onvermogen om samen te leven met het niet-menselijke, de menselijke drang om steeds maar meer te willen, meer ruimte in te willen nemen, zonder na te denken over wie en wat er nog meer ergens leeft? Kunnen we de mythe lezen als een verhaal over hoe wij als mensen zo veel mogelijk in willen zetten voor ons eigen voordeel, zonder na te denken over wederkerigheid? Wat vertelt het verhaal ons dan over de gevolgen ervan? Wat kunnen we in het verhaal lezen over de betekenis van een rivier? Is ze een grens? Is ze een weg? Zou ze ook iets anders kunnen zijn, een woonplaats bijvoorbeeld, of een punt waar een interspecifieke gemeenschap elkaar kan ontmoeten?
En zouden we het verhaal van Loreley kunnen herschrijven tot een verhaal waarin zij niet wordt verjaagd en vervolgens verdwijnt, maar waarin we haar haar woonplek teruggeven, waardoor ze met haar gezang niet de dood veroorzaakt, maar ervoor zorgt dat het leven voort kan gaan?