Ik ben aan het verhuizen en blijkbaar hoort daar bij dat mensen me cadeaus geven voor in mijn nieuwe huis. Een van mijn vriendinnen stuurde me op een zaterdag een bos bloemen via de post, maar had het huisnummer omgedraaid, en dus was het pakket retour gezonden.
De dinsdag was ik in de ochtend in mijn nieuwe huis, voornamelijk om daar in de tuin in de zon te liggen, toen de bel ging. Ik vind dat dus altijd lastig, de deur open doen als iemand aanbelt terwijl ik niemand verwacht, en al helemaal lastig vind ik dat in een nieuwe omgeving. Aan het geluid van de bel moest ik overigens ook nog wennen, omdat het niet klinkt als een bel maar als een stuk karton dat doormidden wordt gescheurd. Ik stond op en liep naar de voordeur.
Het was de postbode, met in zijn handen een kleine, rechthoekige doos, waar hij eerst langzaam en op vragende toon mijn naam van voorlas (mevrouw Heleen Janssens?). Daarna zette hij de doos voor mijn voeten op de grond en deed een stap naar achteren, zoals dat tegenwoordig bij contactloze bezorging hoort. Het was mijn internetmodem.
Je bent hier nieuw, zei hij. Ik knikte. Nieuw was ik inderdaad.
Afgelopen zaterdag was er ook een pakket voor je. Hij wees de hoogte aan, ongeveer een meter vanaf de grond. Alleen daar stond het verkeerde huisnummer op, dus heb ik het retour gezonden. Ik knikte weer en wilde aan een uitleg beginnen.
Ik ken iedereen hier van naam, want ik loop deze wijk al tien jaar, zei de postbode toen. Als ik zaterdag had geweten dat het pakket voor jou was, had ik het hier bezorgd.
Ja, zei ik toen maar. Oké.
Welkom in de wijk, zei de postbode tot slot en hij lachte breed naar me. En nog een fijne dag. Ik wenste hem ook een fijne dag en was de rest van de dag helemaal in mijn nopjes. Voortaan doe ik altijd de deur open.