Uit mijn comfortzone wandelen

Ik wist dat ik na mijn glas cola op het terras in Beugen nog vijf kilometer moest lopen en dat het zou gaan regenen. Twintig kilometer had ik er al op zitten, vanaf het treinstation in Cuijk langs de Maas naar het klooster bij Sint Agatha, en weer verder. Station Boxmeer was het eindpunt. Mijn linkerknie deed pijn, mijn enkels deden pijn, ik had een blaar op de kleine teen van mijn rechtervoet en waarschijnlijk ook twee blauwe grote tenen. Al een paar uur vroeg ik me niet meer af waarom ik dit deed, dat zijn gedachten voor halverwege de route. Het enige wat nu nog belangrijk was, was dat ik mijn ene voet voor de andere bleef zetten. Niet denken, maar doorstappen.

Eind april had ik bedacht dat het leuk zou zijn om de komende tijd eens wat meer dingen te doen die buiten mijn comfortzone lagen. Ik voelde me verstrikt in mijn eigen veilige bubbel en merkte dat ik het afgelopen jaar een heleboel dingen die ik voorheen zonder moeite deed, opeens niet meer deed. En om dat dan wel weer te gaan doen, voelde als een hele uitdaging. Dus maakte ik een lijst, een lijst met voorzichtige uitdagingen. Weer eens autorijden bijvoorbeeld (check), een cursus erotisch schrijven (check), een gedicht of verhaal voordragen (nog geen check) en in mijn eentje een lange fietstocht maken (nog geen check). Wat ik ook op de lijst zette: het Kloosterpad lopen, een wandelpad van 330 kilometer langs ongeveer vijftig (voormalige) kloosters en abdijen in Brabant.

Nu heb ik daar dus een stuk van gelopen, de zesde etappe om precies te zijn. Een uitdaging was het zeker. Al lopende dacht ik over veel zaken na – een daarvan was het begrip de zone van naaste ontwikkeling van de Russische ontwikkelingspsycholoog Lev Vygotsky, waar ik ook al eerder over schreef. Hij onderscheidde het niveau van de actuele ontwikkeling, de naaste ontwikkeling, en de zone van de naaste ontwikkeling. De actuele ontwikkeling is datgene wat je al kan en de naaste ontwikkeling datgene waar je nog hulp bij nodig hebt. De zone van naaste ontwikkeling ligt daar tussenin: het is dat wat niet te makkelijk voor je is, wel uitdagend, maar ook weer niet te moeilijk. Dingen die op een veilige afstand net buiten je comfortzone liggen, dus.

Dit idee van Vygotsky vormde de basis voor veel andere theorieën over leren en ontwikkeling (bijvoorbeeld voor de Amerikaanse psycholoog Jerome Bruner, over o.a. hem kwam ik dit interessante stuk tegen). Ook wordt het in het onderwijs veel gebruikt. Vaak gaat het daarbij om sociaal leren: leren doordat iemand je ondersteunt, je begeleidt of je de nodige informatie aanreikt. Bijvoorbeeld een leraar, een trainer, of een mentor.

Je kunt soms ook een beetje je eigen leraar zijn. Dat wil ik mezelf graag bewijzen door af en toe iets te doen wat net buiten mijn comfortzone ligt. Vaak kun je namelijk veel meer dan je in eerste instantie denkt. Nog voordat ik in Sint Agatha was aangekomen – misschien drie kilometer op weg – dacht ik dat ik het nooit zou redden tot aan Boxmeer (kleine disclaimer: ik moest plassen en dat speelde een grote rol bij deze gedachten).

Maar ik heb het gered. Ik ben doorgegaan waar het ongemakkelijk werd, gewoon doorgegaan, en ik ben daar gekomen waar ik wilde komen. Dat geeft zelfvertrouwen en geloof in mijn doorzettingsvermogen en kracht. De spierpijn heb ik maar voor lief genomen.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'