Het afgelopen halfjaar heb ik me meer verdiept in poëzie. Ik volgde de specalisatiemodule “Poëzie schrijven” bij de Schrijversacademie en had les van Hetty Kleinloog. Door zo bezig te zijn met dichten, leerde ik een aantal lessen die ik ook in mijn andere schrijfwerk kan gebruiken.
- Beperking biedt ruimte en rust . Ik leerde hoe fijn het was om houvast te vinden in gedichten met een – min of meer – vaste vorm: een sonnet, een haiku, een elfje, een triolet, een lijstgedicht. Doordat ik wist naar welke vorm ik toe werkte, wist ik ook sneller wat de inhoud zou moeten zijn. Ik was minder zoekende. Dit werkt ook voor “gewone” teksten: een vooraf opgezette structuur geeft duiding aan waar je naartoe wil werken, en maakt dat je betere keuzes kunt maken in wat je opschrijft.
- Een goede klank is essentieel. Door bezig te zijn met bijvoorbeeld mannelijk en vrouwelijk rijm, eindrijm, klankrijm, ritme en zinsafbreking leerde ik dat hoe iets klinkt minstens zo belangrijk is als wat er gezegd wordt. Ik heb bijvoorbeeld een aantal dagen nagedacht over hoe water klinkt, omdat ik gedichten wilde schrijven over de rivier. Als ik koos voor woorden met een ronde klank (stromen, golven, lopen, vol) was het effect heel anders dan wanneer ik koos voor woorden met een ui-klank (suizen, ruisen, fluisteren, sluipen). Rijm zorgt voor nadruk op bepaalde woorden; hetzelfde geldt voor de lengte van de zinnen en het punt waarop zinnen worden afgebroken. Met dit in mijn achterhoofd werk ik nu ook aan mijn andere teksten: ik ben evenveel bezig met ‘hoe klinkt het’ als met ‘wat betekent het’.
- Inzoomen zorgt voor herkenning. Al eerder schreef ik over het belang van details, toen ik het had over versnellen en vertragen. Dit merkte ik ook weer toen ik de opdracht kreeg om een gedicht te schrijven over een gebeurtenis in mijn leven die maximaal een halve minuut duurde. Door te focussen op zintuiglijke details (wat zie ik? wat hoor ik? wat voel ik? wat ruik ik? wat proef ik?), bracht ik het gedicht voor de toehoorders dichterbij. Zo werkt het ook in een verhaal: gebruik details om je boodschap over te brengen.
- Inspiratie ontstaat door te doen. Ook werd ik nogmaals met mijn neus op de feiten gedrukt: inspiratie komt meestal niet uit de lucht vallen, maar ontstaat door te doen. En door tijdsdruk te ervaren. Ik heb bijvoorbeeld prachtige fragmenten geschreven tijdens de bijeenkomsten. Daarin kregen we meestal opdrachten van zo’n tien tot vijftien minuten. Dit neem ik ook mee in al mijn andere schrijfklussen: begin niet te lang van te voren (haha). Of nee, beter gezegd: zorg voor duidelijke deadlines.
- Iedereen heeft eigen thema’s. Al schrijvende merkte ik dat ik telkens weer terugkwam bij eenzelfde soort thematiek, ook al was ik daar niet bewust mee bezig. Ik dicht vaak over water en over existentiële onzekerheid. Het liefst voeg ik ze samen. Hetzelfde geldt voor de korte verhalen die ik schrijf. Ik heb me overigens helemaal verdiept in rivieren en in duiken (duikfysiologie, duikgebaren, verschillende soorten duikpakken), dus als iemand daar ooit nog een artikel over nodig heeft, hier ben ik ;-).