Als ik mensen vertel dat ik met een vulpen schrijf zijn er altijd een paar die me meewarig aankijken. “Een vulpen? Maar dat is toch iets van de basisschool?” Probeer met zulke mensen nog maar eens verder te praten. Gelukkig zijn er ook mensen die me wel begrijpen en niet meer in het stadium van de welbekende Lamy verkeren. Zij snappen de voorliefde die ik heb voor mijn Waterman met bloemenprint ♥ ♥ ♥. Omdat ik graag anderen overtuig van het feit dat ik altijd gelijk heb, hier vijf redenen waarom het schrijven met een vulpen fantastisch is:
- Een vulpen gaat een leven lang mee. Het kopen van een vulpen is vaak een kleine investering, maar dan heb je ook wat. Als de inkt op is doe je er een nieuwe vulling in, het kliksysteem kan niet kapot gaan en je moet wel erg veel moeite doen om ‘m door midden te breken. Veel duurzamer dus dan die plastic balpennen.
- Een vulpen is gevarieerder dan een balpen. Je hoeft niet altijd met blauw te schrijven. Of met zwart. Je kunt ook afwisselen. Ik schreef altijd met turquoise inkt, maar die vullingen worden niet meer geproduceerd (hulde aan degene die ze nog ergens vandaag weet te toveren!). Als je wil kun je zelfs schrijven met een pot met inkt.
- Met een vulpen voel je je veel meer een schrijver. Zeg nou zelf, als jij denkt aan Een Groot Schrijver, dan zie je die toch ook niet voor je met zo’n lullig balpennetje in zijn hand?
- Een vulpen raak je minder snel kwijt. Ten eerste omdat je er beter op past. Ten tweede omdat je vulpen herkenbaar is. Meestal kies je er eentje uit waarvan het ontwerp je aanspreekt. Nooit meer gezeik dus over “is dit nou jouw pen of die van mij?“. Desnoods laat je je naam er in graveren.
- Je kunt de achterkant van een vulpen niet tot moes kauwen. Dat is onmogelijk. Zelfs niet als je de grootste zenuwpees op aarde bent.