Water geven

De dagen zijn warm en droog en dat betekent dat ik de planten in mijn tuin elke dag water moet geven. Tenminste, als ik wil dat het groen en bloeiend blijft. Dat water geven probeer ik op een vast moment op de dag te doen, het liefst rond negen uur ’s avonds.

Voor dit dagelijkse ritueel heb ik een paarse gieter, van mijn moeder gekregen toen ik ging verhuizen. Die gieter moet ik wel een keer of vijf vullen om de hele tuin van water te voorzien. Niet altijd hanteer ik dezelfde aanpak, maar in de meeste gevallen ziet het water geven er zo uit. Eerst doe ik de kruiden in het kruidenrek dat aan de schutting hangt (pepermunt, knoflookgras, rozemarijn, citroenmelisse, tijm, bieslook, oregano, selderij en chocolademunt). Dan alles wat in potten zit (een bloemenmix, tomaten, aubergine, puntpaprika, peper, heftig bloeiende basilicum, oregano en tijm). Vervolgens doe ik de twee grote borders met onder andere ijzerhard, prikneus, echinacea en witte vlambloemen en dan eindig ik bij de border bij het schuurtje, waar een bonte verzameling staat: rucola, donkerrode stokroos, lathyrus die nooit tot bloei gekomen is, frambozen, goudsbloemen en ananaskers. Tot slot doe ik de voortuin.

Soms denk ik dat ik het water geven van de tuin ook wel een dag kan overslaan. Dat kan zeker. Soms doe ik dat ook. De volgende dag bestaat mijn tuin dan nog steeds. Echter, elke keer dat ik het oversla maakt het een volgende keer ook makkelijker over over te slaan, totdat de tuin een uitgedroogd geheel is, en waarom zou ik dan überhaupt nog water geven?

Liever draai ik die vraag om: waarom zou ik het niet doen? Er zijn dingen die alleen volstaan met discipline en doorzettingsvermogen. Een tuin onderhouden vraagt daarom. Schrijven vraagt daar ook om.

Schrijven vraagt om discipline en doorzettingsvermogen. Ik schrijf elke dag. Niet altijd is dat iets moois. Niet altijd is dat iets zinvols. Maar ik schrijf. Elke dag. En hoe meer regelmaat ik daarin aanbreng, hoe meer discipline ik mezelf opleg, hoe meer ik doorzet, hoe beter het gaat.

Er zijn dagen waarop ik aandachtsloos schrijf, net als dat er dagen zijn waarop ik even snel de tuin water geef, omdat het nou eenmaal moet. Er zijn dagen waarop ik vol aandacht schrijf, zoals wanneer ik tijdens het planten water geven ook dode bloemen en bladeren verwijder. Er zijn dagen waarop ik versteld sta van wat ik op papier zet, verrast door een idee dat blijkbaar al dagen aan het sluimeren is en dan opeens in woorden gevat is, net als wanneer er in mijn tuin iets is gaan bloeien, omdat ik het dagelijks water geven niet heb opgegeven.

Tot slot extra duurzaamheidstips van Heleen : in deze heel hete en droge dagen gebruik ik trouwens restwater dat ik in een grote kuip spaar tijdens het douchen. Uiteraard zonder zeep- en shampooresten. En ook: planten kunnen wel tegen een beetje droogte. Ze hebben vaak minder water nodig dan je denkt. Sproeien of met de tuinslang vind ik maar zo zo. Daarom geef ik ook water met die paarse gieter, de overigens niet zo heel groot is. Daarnaast heeft het geen zin om je planten water te geven als er felle zon op staat. Negen uur s’avonds is een prima tijd. Lang verhaal kort: niet te veel water verspillen.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'