In het Frans en Duits is het duidelijk welke woorden mannelijk en welke woorden vrouwelijk zijn, maar in het Nederlands is het woordgeslacht op z’n zachtst gezegd een beetje vaag. Lidwoorden als le en la en der, die en das laten over dat geslacht geen twijfels bestaan; bij de en het ligt het niet zo eenvoudig. In de scripties die ik nakijk en redigeer gaan studenten daarmee dan ook regelmatig de mist in. Het woordgeslacht bepaalt de keuze van het lidwoord (daarover zo meteen meer), maar ook de keuze voor het juiste voornaamwoord.
Kijk, een het-woord is onzijdig. Nu komt het probleem. Zowel mannelijke als vrouwelijke woorden hebben allebei het lidwoord de. Het geslacht van de man en de vrouw is nog wel te achterhalen, maar er zijn in het Nederlands een heleboel woorden die niet meer specifiek mannelijk of vrouwelijk zijn. Veel woorden hebben echter nog wel een geslacht, ook al is dat niet zo duidelijk.
Pak je een woordenboek erbij, dan zijn de problemen omtrent het woordgeslacht grotendeels verholpen. Daarin staat dit namelijk het vermeld met een m of een v. Eigenaardig aan de Nederlandse taal is dat het eigenlijk vrij open en veranderlijk is: er zijn geografische verschillen, generatieverschillen en stilistische verschillen te onderscheiden, evenals verschillen door de tijd heen.
Desondanks is er wel een aantal regels te benoemen. Verkleinwoorden zijn altijd onzijdig. Meisje is dus ook onzijdig. Ja, echt. Verzameltermen met ge- ervoor zijn onzijdig (bijvoorbeeld gebergte). Vrouwelijke woorden zijn vaak te herkennen aan hun vorm. De-woorden met de volgende uitgangen zijn bijna altijd vrouwelijk:
- -nis, -heid, -schap;
- -de en -te;
- -ij, -enij, -ernij, -arij, -erij;
- -ing, -st;
- -ie, -iek, -ica;
- -theek, -teit;
- -tuur, -suur;
- -ade, -ide, -ode, -ude;
- -ine, -se, -age;
- -sis, -tis, -xis.
Mensen voor wie Nederlands de moedertaal is, hebben vaak een vrij goed gevoel voor het woordgeslacht, en zullen dus automatisch het juiste lidwoord kiezen. De keuze voor het juiste voornaamwoord gaat ook, maar is soms lastiger. Bij twijfel: raadpleeg een woordenboek. Daar doe je meneer van Dale een plezier mee.
Bronnen: Taaladvies en Onze Taal