Er zit een scheur in mijn lichtblauwe linnen jurk

Er zit een scheur in mijn lichtblauwe linnen jurk, de jurk die ik ook aanhad tijdens onze eerste date, alweer bijna een jaar geleden. De scheur zit naast de naad ter hoogte van mijn bovenbeen, op een punt waar de stof straktrekt als ik ga zitten.

Ik vraag haar hoe ik de scheur het beste repareren kan. Ze zet haar kop koffie neer en buigt over de houten terrastafel heen om hem beter te bekijken. In de ochtend zijn we naar Park Veluwezoom geweest. Anderhalf uur hebben we daar gewandeld, door de bossen en over de heide, en nu zitten we op het terras bij een café bij haar in de straat. Het is de eerste zonnige en echt warme dag van dit jaar en dat is te zien aan de hoeveelheid blote armen en benen om ons heen.

Je kunt het beste eerst de rafels die je ziet wegknippen, zegt ze en ze leunt weer naar achteren. En dan een lapje van een soortgelijke stof eronder leggen en dat vastmaken met een omslagsteek. Maar ik wil het ook wel voor je doen, als je dat liever hebt?

Van wie heb je dit geleerd? vraag ik als we even later bij haar thuis op de bank zitten, ik in mijn ondergoed en zij met mijn jurk in haar handen. Uit een grote plastic opbergbox die in haar berging staat hebben we samen een stuk stof uitgezocht dat zoveel mogelijk op het blauwe linnen lijkt, en een garen in dezelfde kleur. Ze heeft een kleine rechthoek uit de stof geknipt, net groot genoeg om de scheur te bedekken. Met een aantal speldjes zet ze de stof vast op de juiste plek.

Ik heb dit mezelf geleerd, zegt ze. Een paar jaar geleden, toen ik een gat had in een gebreid vest waar ik heel erg aan gehecht was. Urenlang heb ik video’s op YouTube gekeken over hoe ik dat gat het beste herstellen kon. Zo is het begonnen. 

Ik kijk toe hoe ze telkens weer de naald door de stof steekt, voorzichtig de draad er doorheen rijgt, en dezelfde handeling weer opnieuw uitvoert, totdat ze de hele scheur rond is. 

Als je het niet erg vindt dat de reparatie zichtbaar is, dan kan ik ook nog met een rijgsteek over het hele lapje gaan voor extra stevigheid, zegt ze.

Ik zegt dat ik dat niet erg vind, en dat ik graag een jurk draag waaraan te zien is dat zij die heeft gerepareerd.

Als ik als kind een gat of scheur in mijn kleding had, dan bracht mijn moeder dat kledingstuk altijd naar mijn oma. Die weet ook van alles hoe ze het herstellen moet, zeg ik terwijl zij bezig is om een nieuwe draad door het oog van de naald te steken.  

 Je moeder kon dat niet zelf?

Ik denk het niet, zeg ik en ik plof weer naast haar op de bank en leg mijn hoofd in haar schoot. Ik denk ook niet dat mijn oma dat ooit aan haar heeft geleerd.

Mijn moeder kon moeiteloos de meest opvallende scheuren en gaten in onze kleding laten verdwijnen, zegt ze. En als ze het niet kon, dan verdween het kledingstuk.

En toch moest je het jezelf aanleren? vraag ik.

Ik wil geen kleding repareren op de manier van mijn moeder. Ik vind dat je best mag zien dat iets hersteld is, dat er moeite is gedaan om iets wat kapot is, weer een beetje heel te maken.

Als ze klaar is strijk ik met mijn vingertoppen over de rijen van piepkleine steekjes waarmee de scheur in mijn jurk nu bedekt is. Ik weet nog goed hoe ik een uur voor mijn kledingkast had gestaan, omdat ik niet wist wat ik aan moest trekken, en dat ik uiteindelijk maar deze jurk had uitgekozen. Een dag eerder – op vrijdagavond – had ik haar ontmoet op een feestje van gezamenlijke vrienden, een feestje waar ik tegelijkertijd wel en niet aanwezig wilde zijn. Ik stond in mijn eentje achter een statafel in een hoek van de woonkamer en at gedachteloos een bak met chips leeg. Zij kwam op me afgelopen, camera in de aanslag. Zulke mooie muurbloempjes fotografeer ik graag, had ze gezegd.

De volgende dag stuurde ze me de foto, samen met haar adres. Het bleek dat we al die tijd bij elkaar om de hoek hadden gewoond. Ze had de deur opengedaan in een felroze T-shirt en spijkerbroek, en terwijl we al zittend op haar bank thee dronken stelde ze me honderdduizend vragen, die ik allemaal beantwoordde. Bij ons afscheid had ze haar hand op mijn buik gelegd, me een kus op mijn wang gegeven en tot morgen gezegd. Sindsdien zagen we elkaar bijna elke dag.

 Al die tijd had ik geprobeerd om haar de beste versie van mezelf te geven, de leukste, de positiefste. Maar de laatste weken voelde ik hoe daar langzaam scheurtjes in begonnen te komen. Vorige week had ze nogal op het laatste moment laten weten dat we elkaar in het weekend waarschijnlijk toch niet zouden zien, omdat ze was gevraagd om als extra fotograaf mee te gaan naar een bruiloft ergens in Friesland. Terwijl ik probeerde om zo goed mogelijk te verbergen dat ik daardoor gekwetst was, zei ze dat ze het begreep als ik het niet leuk zou vinden, als ik verdrietig was, boos zelfs. Je mag dat ook best laten zien. Ik zei haar dat ik dat moeilijk vond, dat ik niet goed wist hoe dat moest, dat ik dat nooit van iemand had geleerd.

Geeft niet, zei ze toen. Je kunt het ook nu nog leren. Je hoeft niet alles meteen te kunnen.

Hoe lang duurde het voordat je dit helemaal onder de knie had, vraag ik als ze de opbergbox die vol met stoffen zit terug in de berging heeft gezet.

Een paar jaar, zegt ze. Telkens als ik een kledingstuk had dat kapot was, probeerde ik om dat zo goed mogelijk te herstellen. Maar ook nu kan ik nog steeds niet alles.  

Dan geeft ze me mijn jurk aan. Alsjeblieft. Ik hoor het wel wanneer ik opnieuw iets voor je repareren kan.

Ik trek de jurk weer aan en draai drie rondjes door de woonkamer. Zij pakt mijn handen vast en danst met me mee.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'