Hart van goud

Als je alle bloedvaten uit het menselijk lichaam aan elkaar vast zou maken, passen ze tweeëneenhalf keer om de aarde, zei ik toen hij na drie keer bellen eindelijk opnam.

Hoe kom je daarbij, vroeg hij en ik zei dat ik dat had gelezen toen ik opzocht hoeveel bloed mijn hart door mijn lichaam pompt, vijf liter per minuut. Zien we elkaar binnenkort weer?

Vast wel, zei hij en hij hing op.

 

Twintig minuten later stond hij voor de deur. Ik vroeg of hij was komen lopen. Ja, zei hij, ja, ja, het is toch vlakbij en ik had niets beters te doen.

 Hij liep achter me aan de trap omhoog. In de woonkamer zette hij het raam open, ging in de vensterbank zitten en stak een sigaret op. Ik ging op de bank zitten en keek toe hoe hij de rook soms naar buiten en soms naar binnen blies.

Ik heb een plaat meegenomen, zei hij. Dat was onze stilzwijgende afspraak, dat hij voor de muziek zorgen zou, en dat elke plaat die hij meenam bij mij mocht blijven. Zo had ik in de afgelopen drie jaar een aardige verzameling opgebouwd.

Heart of Gold van Neil Young, omdat jij over dat rondpompen van je bloed begon. Hij drukte zijn sigaret uit in de asbak die ik ooit speciaal voor hem in de hoek van de vensterbank had neergezet.

Toen stond hij op, haalde de plaat uit zijn rugtas, legde hem op de platenspeler en kwam naast me op de bank zitten. Hoe hebben ze dat eigenlijk gemeten, dat al je bloedvaten zo vaak rond de aarde passen?

Ik haalde mijn schouders op. Zo ver had ik het niet onderzocht. Zou je ook naar me toe komen als je daarvoor een heel rondje om de aarde moest lopen?

Heb jij ook een hart van goud? antwoordde hij terwijl hij de knopen van mijn blouse losknoopte. Ik zei nee en dat een hart van goud niet kloppen kan, een hart kan kloppen omdat het gemaakt is van spiercellen, die zich constant ontspannen en aanspannen, en zo wordt het bloed ons lichaam rondgepompt.

Hij legde zijn oor tegen mijn borst en zei niets meer.

 

De volgende ochtend toen ik wakker werd, was hij al in de keuken. Op het fornuis stond mijn koffiepotje. Stoom ontsnapte onder het deksel vandaan.

Ik ging achter hem staan, sloeg mijn armen om zijn middel en drukte mijn gezicht tussen zijn schouderbladen. Ik dacht dat je al weg was.

Nee, zei hij, nee, nee. Ik ben hier nog. Bovendien heb ik zelf niets in huis voor het ontbijt. Hij schonk zijn koffie in, smeerde twee boterhammen, een met roomboter en chocoladevlokken en een met pindakaas en werkte alles staand aan het aanrecht naar binnen. Daarna gaf hij me een kus op mijn voorhoofd. Nu ga ik weer.

Ik pakte zijn rugzak uit de woonkamer en liep achter hem aan de trap af. Bij de voordeur begon hij weer over dat rondje om de aarde. Als ik een rondje om de aarde zou moeten lopen om jou te zien, kom ik weer op precies dezelfde plek uit, daar waar ik zelf al was.

Ik knikte en zei dat dat dat misschien wel precies de bedoeling was, net als het bloed dat door ons lichaam stroomt telkens weer bij ons hart terechtkomt.

Wie weet, zei hij en hij pakte zijn rugtas van me over. Ik keek hem na, een minuut lang, tot mijn hart vijf liter bloed door mijn lichaam had rondgepompt en hij aan het einde van de straat de hoek omging.

Dit korte verhaal schreef ik in 2023 als onderdeel van mijn deelname aan het kunstbrievencollectief Zusterhood. Meer over mijn eerdere werk voor Zusterhood lees je hier. En hier lees je een ander verhaal dat ik voor Zusterhood schreef.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'