Louis Armstrong zong het al: “You ain’t never been blue untill you’ve had that mood indigo”.
**
Indigo – een belangrijk pigment met een uitgesproken blauwe kleur. De kleurstof is afkomstig van verschillende soorten planten, alhoewel het indigo dat tegenwoordig gebruikt wordt synthetisch is. Natuurlijk indigo wordt voornamelijk gewonnen uit tropische plantensoorten van het geslacht Indigofera. In een meer gematigd klimaat wordt indigo gewonnen uit Isatis tinctoria, oftewel wede.
**
Indigo is een kleur die in het kleurspectrum tussen blauw en violet invalt. Omdat het menselijk oog niet zo gevoelig is voor de frequentie van deze kleur, kunnen veel mensen indigo niet van blauw of violet onderscheiden.
**
Wede is een plant uit de kruisbloemenfamilie. Uit de plant kan een blauwe kleurstof genaamd pastel worden gewonnen. Dit wedeblauw werd tot de komst van indigo in de lakenindustrie gebruikt om wol blauw te verven. Wede is in Nederland zeldzaam: ze groeit vooral langs de oevers van Waal en Rijn.
**
De Rijn en de Waal – de afstand tussen die twee rivieren leg ik elke dag af, met de trein, met de fiets.
**
Wede kan tot wel een meter hoog worden. De bladeren zijn glad, de bloemen zijn klein en geel. De bloei is in mei en juni. De bloemen gaan hangen als de zaden rijp zijn. Als men vroeger de lakens blauw verfde, werd daarmee begonnen op zaterdag. Op maandagochtend, als de lakens een heel weekend hadden geweekt, werden ze opgehangen. De wevers hadden de rest van de dag vrij: dit zou een verklaring kunnen zijn voor het begrip “blauwe maandag”.
**
Blauwe maandag – een zeer korte tijd. Sinds 2005 heeft de term “blauwe maandag” er een betekenis bij, namelijk de derde maandag van januari, meteorologisch gezien de meest deprimerende maandag van het jaar. Het woord blauw heeft hierin de betekenis van “melancholisch, somber, treurig”. Blauw had vroeger ook de betekenis van “nietig, onbetekenend, van weinig waarde”.
**
Voor een verhalenwedstrijd schreef ik ooit een verhaal op basis van een dichtregel van Lucebert: “alles van waarde is weerloos”. Ik noemde het verhaal “”, omdat de waarde van een kleur bepaald wordt door de afwezigheid van wit in de kleur, en donkerblauw vrij weinig wit bevat.
**
Melancholisch, somber, treurig. Weemoedig, nostalgisch, zwartgallig, mistroostig, droefgeestig. Zwartgallig, verdrietig, vreugdeloos. Woorden die qua betekenis dicht tegen elkaar aanliggen, maar toch iets anders betekenen. Net als blauw, indigo en violet.
**
Een blauwe maandag – maar voor mij is maandag niet blauw. Maandag is geel. Niet knalgeel, maar een helder, warm geel. Het geel van een eierdooier, ongeveer. De andere dagen hebben ook een kleur. Dinsdag is donkerblauw, woensdag is groen, donderdag is lichtblauw, vrijdag is rood, zaterdag is roze, zondag is indigo. Zo bezien, zijn de meeste dagen in mijn week behoorlijk blauw. Getallen hebben voor mij trouwens ook een kleur. Dit heeft een naam: synesthesie. Dat sommige mensen getallen en dagen ‘zien’, komt schijnbaar door een overdosis nutteloze verbindingen in hun hersenen.
**
Op vrijdag, de rode dag, ga ik naar de markt. Elke week. Ik koop broodjes, sinaasappels, eieren en mooie bloemen, en drink koffie bij First Eet. Op de vrijdag voor mijn afgelopen verjaardag kocht ik blauwe bloemen, anjers, blauwgeverfd.
**
Dit jaar was ik jarig op een zondag. Ik werd achtentwintig. De twee: een diep donkerblauw. De acht: een witachtig, ijzig blauw. Ik gaf een blauw feest. Aan het plafond hingen blauwe slingers. Er waren blauwe kaarsen, blauwe ballonnen, blauwe drankjes. Er waren blauwe bloemen. Aan het einde van de avond lag overal blauwe confetti. Iedereen droeg blauwe kleding en we luisterden naar blues.
**
Als ik een kleur zou zijn, dan zou ik zondag-maandag zijn: het diepste indigo, tegelijkertijd goudgeel.
**
Femke Schavemakers schrijft het in haar debuutroman ‘Karkas’, het enige wat je in het leven kunt doen, is doordenderen. Gewoon doorgaan. Niet nadenken. De hoofdpersoon, Nora, krijgt als puber de diagnose “manisch-depressief”, met bijbehorende medicatie. Ze besluit te stoppen met de medicijnen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen over haar stemming, door een heleboel regels en sancties te verzinnen. Maar, “als je de wereld eenmaal hebt gezien in vacuüm, het koude raster van de werkelijkheid, kun je er nooit meer helemaal deel van uitmaken”.
**
Synesthesie – Bij mensen met synesthesie werken de zintuigen op een bijzondere manier samen. Een waarneming in één zintuig roept ook meteen een andere waarneming op, meestal een waarneming met een ander zintuig. Teveel verbindingen in de hersenen, verbindingen die andere mensen missen. Maar is dat erg?
**
Het raster van de werkelijkheid waarnemen – soms voel ik me alsof ik buiten de realiteit sta. Dat gebeurt op allerlei willekeurige momenten. Dinsdagavond tijdens dans, op verjaardagen van vrienden, als ik aan het strand ben en lang naar de eindeloos golvende zee kijk, of op de fiets van werk naar huis.
**
Op de fiets van werk naar huis, dat is twintig kilometer, van Waal tot Rijn. Het enige gebied in Nederland waar wede in de natuur voorkomt. Als ik ’s avonds de brug over de Rijn fiets, het centrum van Arnhem in, richting huis, en ik zie de fonkelende lichtjes van de stad weerkaatsen op het water van de rivier, dan wordt ik overvallen door een gevoel van weemoed. Thuiskomen. En ’s middags, als ik in tegenovergestelde richting de Waal oversteek, een soortgelijk gevoel. Ik ben er weer. Een nieuwe dag. Elke keer lees ik de dichtregel op een van de gebouwen naast de spoorbrug: “Als de Waal uit zicht is, stroomt de verbeelding”.
**
Orhan Pamuk won in 2006 de Nobelprijs voor de Literatuur, vanwege de verbeelding van de “melancholieke ziel van zijn geboortestad”, Istanbul. In “Istanbul, herinneringen en de stad”, schrijft hij over zijn leven en dat van zijn stadsgenoten. Istanbul is het beste te omschrijven met het Turkse woord hüzün, dat zoiets als weemoed, melancholie, zwartgalligheid, hopeloosheid betekent.
**
Naar schatting leven er 125.000 katten in Istanbul.
**
Melancholisch, somber, treurig. Weemoedig, nostalgisch, zwartgallig, mistroostig, droefgeestig. Zwartgallig, verdrietig, vreugdeloos. Woorden die qua betekenis dicht tegen elkaar aanliggen, maar toch iets anders betekenen. In het Verwarwoordenboek van Jan Renkema worden woordparen beschreven met een onduidelijk betekenisverschil, zoals melancholie (zwaarmoedigheid) en weemoed (lichte droefheid om iets dat voorbij is). Dichtbij melancholie ligt depressie, en dicht bij weemoed ligt nostalgie.
**
Elk jaar bekruipt me dat gevoel: ik moet en zal naar Istanbul. Het liefst zo snel mogelijk. Het liefst meteen. En als ik dan mijn vliegticket geboekt heb, dan voel ik me opgelucht, lichter.
**
Een van mijn lievelingsboeken: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera. Hij schrijft daarin ook over de relatie tussen mens en dier, in dit geval tussen mens en hond: “Dogs are our link to paradise. They don’t know evil or jealousy or discontent. To sit with a dog on a hillside on a glorious afternoon is to be back in Eden, where doing nothing was not boring–it was peace.”
**
Drie jaar geleden, in oktober, toen de bladeren van de bomen vielen, alles rook naar natte herfst en de hemel de illusie wekte voor altijd grijs te willen, haalde ik mijn poes Doortje op bij het asiel. Niemand wilde haar hebben. Waarschijnlijk kun je haar nooit aaien, zeiden ze tegen me. Op schoot zal ze sowieso niet komen zitten. En nu, op elke blauwe maandag als ik uren als een zombie op de bank lig, komt ze bij me liggen, op mijn buik, en dan voel ik haar ademhaling en haar kleine hartje dat klopt en haar zachte vacht.
**
Soms, als alle onderdelen van mijn hersenen zich iets te enthousiast met elkaar verbinden, als een draaikolk vol woorden en zinnen en beelden door mijn schedel tolt, dan wil ik alleen maar fietsen. Dan fiets ik van de Rijn naar de Waal naar de Maas, van Arnhem naar Nijmegen naar Grave en Ravestein, of andersom, ik stap met de fiets in de trein en fiets vanaf Den Bosch weer richting huis. Wede groeit langs de Waal en de Rijn, maar de oevers van de Maas, dat is een verhaal apart.
**
Schrijf! Het is een opdracht, schrijf! Schrijf over mensen en wat ze denken, wat ze willen, hoe ze leven. Schrijf! Iedereen heeft een verhaal te vertellen, als je maar goed genoeg luistert, goed genoeg kijkt. Schrijf! Iedereen vertelt, iedere schrijver heeft een obsessie. Schrijf! Schrijf, en alles om je heen valt op z’n plek.
**
Iedereen heeft een verhaal te vertellen en iedere schrijver heeft een obsessie. Hoe kan het dat mensen jarenlang met elkaar samenleven en toch elkaars verhaal niet kennen? Soms zou ik naar buiten willen rennen, naar iemand met een interessant gezicht en willen vragen Wie ben jij, Wat doe je hier, Wat maakt voor jou het leven de moeite waard?
**
Hoe kan het dat mensen jarenlang met elkaar samenleven en toch elkaars verhaal niet kennen? Omdat het menselijk oog niet zo gevoelig is voor de frequentie indigo, kunnen veel mensen de kleur niet van blauw of violet onderscheiden. Zien we de blauwe maandagen van anderen wel?
**
Blauwe maandagen – soms overvallen ze je. Stap op de fiets, aai een kat, schrijf een verhaal, hou vast aan een strakke dagindeling, praat met mensen, doe iets voor een ander, vertel je eigen verhaal, ga naar een plek waar jij het fijn vindt. Maar sluit je niet af voor de wereld.
**
Deze tekst schreef ik in 2018 als onderdeel van het kunstbrievencollectief Zusterhood.
.