Inspiratie is de beloning die je krijgt als je ergens regelmatig aan werkt, zei mijn broer me laatst. En werken en inspiratie krijgen is een cyclus. Hij had dit gelezen in het boek The subtle art of not giving a fuck.
Volgens de Van Dale is “bezieling” de betekenis van inspiratie. Het woord komt van het Latijn, “inspirare”, wat zoiets betekent als inblazen of inademen. Inademen: het opnemen van lucht in je longen. Iets wat je de hele dag door doet, vaak zonder er bij stil te staan. Pas als je te veel over gaat nadenken, wordt het opeens lastig. Misschien is dat ook wel zo met schrijfinspiratie.
We denken vaak dat er een tovertruc voor is, een magisch recept voor inspiratie. Dat als je geen inspiratie krijgt, je iets niet goed doet. Dat je dan maar moet gaan zitten wachten, wachten tot je inspiratie krijgt. Maar is dat echt zo?
Sinds afgelopen oktober voelde ik me op creatief vlak behoorlijk opgedroogd. Inspiratie voor blogs, schrijftips, korte verhalen of mijn maandelijkse Verhalenbrief was in geen velden of wegen te bekennen. Ik raakte er nog net niet van in paniek, maar vroeg me wel telkens af: wat doe ik verkeerd?
Met dit gevoel in mijn achterhoofd begon ik in januari met de schrijfcursus Schrijven en Verdwalen. Ik dacht dat als ik eenmaal een schrijfopdracht zou krijgen, mijn schrijfinspiratie dan vanzelf weer zou komen. De week na onze eerste bijeenkomst wachtte ik tevergeefs op een briljant idee om over te schrijven. Uiteindelijk ben ik op de dag van de deadline achter mijn laptop gekropen en perste ik er met moeite tweehonderd woorden uit.
In de tweede week mailde ik op de dag van de deadline naar de docente dat ik niets zou inleveren, omdat het niet lukte. Ik kon niets bedenken en de druk van het op tijd inleveren maakte het niet beter. Herkenbaar, mailde ze mij terug. De dag na de deadline, een maandag, ging ik er eens goed voor zitten. Ik maakte tijd om aan de opdracht te werken. Schreef van alles op. En aan het einde van de dag, nadat ik er de hele dag aan had gewerkt, wist ik opeens wat ik schrijven wilde. Niets briljants, hoogstaands, fantastisch, maar gewoon, een weergave van mijn schrijfworsteling.
De weken erna pakte ik telkens een klein stukje van de tekst die ik geschreven had en ging daarmee verder. Ik wachtte niet tot ik een magische ingeving had, een vlaag van inspiratie, maar sleepte mezelf elke donderdagmiddag mee naar het centrum van Arnhem voor een kop koffie en schrijftijd.
Kortom: ik ging aan het werk. En daardoor heb ik in elk geval twee teksten geschreven waar ik echt tevreden mee ben. Ze zijn nog niet af, maar elke keer als ik weer voor ga zitten, maak ik ze een stukje beter. Elke keer als ik er voor ga zitten, bedenk ik weer iets nieuws. Schrijfinspiratie, als beloning voor mijn inzet.