Schrijven is ideeën genereren, lees ik in het Grote Schrijf-Doe-Boek van Louis Stiller. Het is negen uur ’s avonds, en ik zit aan de eettafel voor mijn dagelijkse schrijfuur. Om te schrijven, moet je op ideeën komen. Maar hoe doe je dat?
Eerder al schreef ik dat ik me de laatste tijd regelmatig creatief uitgedroogd voelde. Dan lukte het me niet om als vanzelf iets te bedenken om over te schrijven. Maar wat bedoel ik hier eigenlijk mee, “als vanzelf”? Want ook in deze tijd heb ik ontzettend veel geschreven. Zeker vijftig biologielessen, bijvoorbeeld. Nieuwsberichten voor een maatschappijleermethode. Verschillende teksten, verhalen, gedichten voor het kunstbrievencollectief Zusterhood. Een enkele blog en een schrijftip. En met behulp van allerlei schrijfprikkels, schrijfoefeningen en schrijfopdrachten heb ik een begin gemaakt met een aantal kortere verhalen.
Om dat te kunnen, had ik toch zeker ideeën gehad. Dus waarom voelde ik me er dan zo over?
Toen ik pas met schrijven begon, kwamen de verhalen vaak als vanzelf. Misschien stond ik meer aan, want dan voelde ik iets, of ik las iets of zag iets of hoorde iets en dan had ik daar meteen een beeld bij en als ik dan mijn pen op papier zette was er binnen no time een tekst. Nu realiseer ik me wat een luxe dat was: de woorden kwamen gewoon aanwaaien.
En dat is al een tijd niet meer zo. Misschien komt dat wel doordat ik veel meer schrijf. Een hele tijd schreef ik vooral voor mijn plezier en soms in opdracht, en nu schrijf ik vooral in opdracht en nog maar soms voor mijn plezier.
Naar mijn werkende schrijven kijk ik ook heel anders dan naar mijn creatieve schrijven. Daarvan vind ik het heel normaal dat het soms even niet lukt. En dat ik mezelf er soms toe moet aanzetten. En dat ik het soms helemaal zo leuk niet vindt. Het is gewoon werk. Wat als ik deze bril, dit perspectief ook toepas op mijn creatieve schrijven?
Dan zie ik dat het hele gevoel van creatief uitgedroogd zijn niet zozeer is dat ik geen ideeën meer verzinnen kan, maar dat ze niet meer als vanzelf op papier komen. En ze komen niet meer als vanzelf op papier, omdat ik simpelweg veel minder tijd heb én maak.
Vandaar dat ik sinds kort mijn dagelijks schrijfuur heb geïntroduceerd. Een uur waarin schrijven het enige is wat ik mag doen (oké, ik mag ook mijn thee drinken en blijven ademen). Komen de ideeën vanzelf? Natuurlijk niet, maar daarom heb ik een hele verzameling aan hulpmiddelen bij de hand. Zoals het Grote Schrijf-Doe-Boek van Stiller. Vind ik het erg dat ik soms niets weet te verzinnen? Nee, ik accepteer dat ik niet altijd even veel inspiratie heb. Schrijf ik nu elke avond een hele tekst? Ook niet, maar ik heb wel regelmatiger dat het me lukt om een idee grotendeels in woorden te vatten. Zo is ook deze schrijftip ontstaan. Die heb ik tijdens zo’n schrijfsessie bedacht en twee dagen later tot een lopende tekst uitgewerkt. Doe er je voordeel mee :-).