Meer is meer is meer
Ik ben een verzamelaar. Dat zie je misschien wel het beste als je naar mijn boekenkast kijkt. Die boekenkast is namelijk niet alleen maar volgepropt met boeken: tussen de boeken staan allerlei objecten. Souvenirs van voorbije vakanties, allerhande snuisterijen, gekregen of gevonden, kaarten, theepotten, en zo meer.
Niet alleen mijn boekenkast getuigt van verzameldrang. Ik heb ook nog een inbouwkast die van boven tot onder volgestouwd is met materialen die ik eventueel kan gebruiken als ik iets wil maken: allerlei soorten verf, een doos vol lappen stof, kunstkaarten uit alle musea waar ik ooit kwam, twintig bollen wol, tijdschriften voor collages, mooie papieren, enveloppen, verzenddozen, borduurgaren, kralen, en zo meer.
En dat is nog steeds niet alles. Ik heb ook nog een verzameling schrijfspullen. Notitieboeken, één voor elk boek dat ik ooit nog wil schrijven. Een stapel schriften die ik gebruikt heb als een soort dagboeken. Agenda’s tot tien jaar terug. Een tas vol met boekjes en blaadjes waar ik de opdrachten voor mijn schrijfopleiding in en op heb geschreven (en zo meer).
Een schat aan inspiratie
In weggooien en opruimen ben ik als verzamelaar geen ster. Eerlijk gezegd vind ik het ook niet nodig. Omdat het me niet in de weg staat, maar ook omdat het voor mij een schat aan inspiratie is. Zo zijn mijn dagboekschriften uit 2018 en 2019 een waardevolle bron voor een van die nog-te-schrijven-boeken. Mijn verzameling boeken laat me zien op welke manieren ik verhalen kan vertellen (of juist niet). En mijn kunstkaarten gebruik ik regelmatig tijdens de schrijfworkshops die ik geef. Zo gebruikte ik ze al tijdens de workshop Ver weg en dichtbij, vorig jaar in maart. En bij de schrijfcursus Woorden volgen wil ik ze weer inzetten.
Eigenlijk denk ik dat zo ongeveer alles van wat ik verzamel wel inspiratie kan zijn, maar niet altijd. Niet alles heeft op elk moment een functie. Om een voorbeeld te noemen: een paar jaar geleden kreeg ik van mijn vriendin Dea een prachtig potje (zie foto bovenaan dit bericht). Ik was meteen verliefd op de kleuren. Heel lang stond het ongebruikt in mijn boekenkast. Maar laatst moest ik ‘iets’ meenemen voor een cursus die ik volg, waarbij we een linosnede gingen maken. Ik nam dus dat potje mee, en nu is daar een prachtige print uit ontstaan. Wie wat bewaart, die heeft wat, zullen we maar zeggen.
Verzamelen en ordenen
Hetzelfde geldt voor mijn schrijven. Voor mij is schrijven ook verzamelen. Verzamelen, bewaren en op een later moment terugvinden. Dat proces lijkt soms chaotisch. Er lijkt geen lijn in te zitten. Ik kan weken of maanden denken dat ik geen vooruitgang boek. Neem het verhaal waar ik eerder over vertelde, waar ik die dagboekschriften voor gebruik. Dat verhaal ontstaat, langzaamaan, geleidelijk, doordat ik steeds kleine stukjes ervan verzamel. (Als je nieuwsgierig bent naar een paar van die kleine stukjes, zie bijvoorbeeld hier, hier en hier).
Natuurlijk ontstaat het niet vanzelf. Verzamelen is iets actiefs (meestal dan). Het vereist dat ik open sta, dat ik oplet, dat ik dingen noteer, ook als ik niet weet waar en of ik het ooit ga gebruiken.
Over enige tijd, als mijn verzameling groot genoeg is, kan ik er een geheel van maken. Dat betekent uiteraard wel dat ik ook ergens tijd moet maken om alles wat ik verzameld heb nog eens te bekijken. Het vervolgens te ordenen. Om uit te zoeken wat waarbij hoort. Dat is de volgende stap in het schrijfproces (Daar ben ik nu zo ongeveer, maar het tijd vrij maken voor mijn eigen creatieve schrijven is vaak wel een uitdaging. Ik schreef daar hier ook al eens over).
Hoe dan ook: de moraal van dit hele verhaal is denk ik het volgende: als je iets wil schrijven, bijvoorbeeld een boek, ga dan eerst verzamelen.