Denken als een bergbeklimmer | Het verhaal van filosoof en wiskundedocent Pieter

Bij bergbeklimmen zijn twee dingen heel belangrijk: helder blijven nadenken en weten welke stappen je neemt. Deze principes leer ik ook aan de leerlingen die ik wiskundebijles geef: dat ze uitdagende sommen kunnen oplossen als ze maar een duidelijk beeld hebben van wat ze doen en nauwkeurig, stap voor stap werken. Ik hanteer deze principes ook als ik een filosofisch essay schrijf. Ze zijn mijn kompas bij het op papier zetten van een goed betoog.

In het voorjaar van 2017 ging ik in mijn eentje een week naar het Canarische eiland La Gomera. Mijn plan was om daar elke dag een wandeltocht te maken. Ik had niet veel mee, alleen de belangrijkste kampeer- en wandelspullen, kleding, eten en twee boeken: A Hitchhikers Guide to the Galaxy en René Descartes’ The Meditations. Het was voor het eerst sinds tijden dat ik me weer eens aan een filosofisch werk waagde. Drie jaar eerder stopte ik met mijn master Filosofie, omdat ik compleet was vastgelopen bij mijn scriptie over Ludwig Wittgenstein, mijn filosofische held. Ik bewonder Wittgenstein vanwege zijn persoonlijkheid en vanwege zijn gestructureerde manier van denken. Zijn bijdrage aan de filosofie is vooral het gegeven dat veel filosofische problemen of onenigheden voortkomen uit verwarring door taalgebruik. Mijn scriptie wilde ik schrijven over een paradox die ik was tegengekomen in Wittgensteins metafilosofie, maar hoe ik mijn best ook deed, ik kreeg mijn gedachten hierover niet helder verwoord. Het was als een bergbeklimming zonder dat ik wist waar ik naar onderweg was.

Vooral de zesde dag op het eiland herinner ik me goed. Ik was aan het einde van de dag aangekomen op een rotsachtig plateau, vanuit waar ik een prachtig uitzicht had op El Teide, de hoogste berg van het naastgelegen eiland Tenerife. Omdat wildkamperen verboden was, moest ik wachten tot het donker was voordat ik mijn tent kon opzetten. Ik streek neer op een bankje en las uit het werk van Descartes, waarin hij op een zo helder mogelijke manier nadenkt over wat je kunt weten. Dit was het soort filosofische activiteit dat me ook tijdens mijn studie het meest aansprak, namelijk hoe je door het gebruik van enkel de ratio, je eigen vermogen tot denken, tot kennis kunt komen, in plaats van door wat je waarneemt in de wereld om je heen. Terwijl ik las en de zon onderging, nam El Teide alle mogelijke kleuren aan: van zandkleurig bruin tot vurig rood, pastelpaars en vaalgrijs.

Om mijn weg op het eiland te vinden, had ik in Nederland een kaart gekocht. Soms stippelde ik van tevoren een route uit, soms liep ik ook gewoon een rondje en zag ik wel waar mijn voeten me zouden brengen. Ik had geen specifiek doel: het maken van een tocht, dat was mijn doel. Fysieke inspanning, vooral in een bergachtige of rotsachtige omgeving, zorgt ervoor dat ik helderder kan nadenken, omdat er niets is wat me afleidt. Ook maakt het mijn hoofd leeg, zodat ik weer ruimte heb voor nieuwe gedachten. De kaart van La Gomera nam ik op elke wandeling mee, zodat ik mijn plek op het eiland altijd zou kunnen vinden.

Als kind maakte ik zelf kaarten van fantasiewerelden, waarop ik de meest spectaculaire routes uitstippelde. Misschien was dat een manier om te ontsnappen uit de echte wereld, misschien een manier om overzicht te creëren, mijn eigen plek in de wereld te achterhalen. Als jongvolwassene kwam ik er namelijk achter dat de route waarop ik mij bevond, die van het christelijk geloof van mijn ouders, broers en zussen en het bijbehorende plaatje van hoe mijn leven zou moeten zijn, niet mijn weg was. Lange tijd heb ik daardoor mijn plek niet geweten, wat leidde tot een langdurige en hevige depressie. En vanuit een diep dal is het heel moeilijk om een richting te bepalen.

De depressieve gevoelens bereikten hun piek in de eerste twee jaar van mijn bachelor, maar een tweede piek volgde tijdens mijn master. Tijdens mijn studiejaren leerde ik over mezelf dat ik goed ben in het volgen van andermans manieren van denken. Ik kan bijvoorbeeld zowel de denkwijze van René Descartes als die van David Hume helemaal volgen en het er ook mee eens zijn, ook al worden zij vaak gezien als elkaars tegenpolen. Als je goed leest en hun denken ontleedt, dan zie je dat het logisch correct is, maar dat ze zich op andere assumpties baseren. En doordat ze hun denken op andere assumpties baseren, komen ze tot andere conclusies. Feitelijk kun je dan niet zeggen dat ze het niet met elkaar eens zijn, maar eerder dat ze gewoon langs elkaar heen praten. Dat was een gevoel dat me steeds vaker bekroop: dat de filosofische discussies waar ik me mee bezighield eigenlijk geen echte discussies waren, maar eerder miscommunicaties die waren ontstaan doordat twee filosofen het over verschillende zaken hadden terwijl ze dachten dat ze het over hetzelfde hadden. De zinloosheid die ik op allerlei vlakken in mijn leven ervaarde, ervaarde ik toen ook in de filosofie. Dat was ook de reden waarom ik die tijd voor filosofie geen plek meer in mijn hoofd had. In plaats daarvan begon ik met het geven van wiskundebijles.

Ik werd gevraagd of ik de zoon van een vriendin van mijn schoonmoeder kon helpen met wiskunde. Hij zat toen in het eindexamenjaar van de mavo. Achteloos stemde ik hiermee in, zonder te vermoeden dat ik vanaf dat moment heel Arnhem op de racefiets zou doorkruisen om middelbare scholieren van alle leeftijden en niveaus bijles te geven. En ook nog eens in een vak waar ik zelf op de middelbare school niet eens zo goed was. Dit leidde op 1 februari 2016 tot de oprichting van Pi Bijles & Coaching. Ik zag het geven van deze bijlessen als een dubbele uitdaging. Enerzijds was het een uitdaging voor mijzelf, om mijn kennis te verdiepen. Anderzijds was het een uitdaging om bij leerlingen daadwerkelijk begrip van de lesstof te kweken. Bij dat laatste kwam mijn filosofische achtergrond, het belang dat ik hecht aan analytisch en helder denken, goed tot zijn recht.

De ommezwaai van filosofie naar wiskunde lijkt wellicht willekeurig, maar als ik erop terug kijk is dat het eigenlijk niet, want ook bij wiskunde ligt de nadruk op helder denken.  Tijdens mijn studie ben ik me steeds meer voor wiskunde gaan interesseren. Zo herinner ik me een college over wiskunde bij het vak Geschiedenis van de logica van Ad Visser en heb ik eens een heleboel dagen geprobeerd om te beredeneren waarom een A4’tje het formaat heeft dat het heeft. Op de middelbare school was ik een ramp in wiskunde, maar dat kwam voornamelijk doordat ik mijn huiswerk niet maakte en slordig werkte. Toen ik tijdens mijn studie leerde om wiskunde vanuit een filosofisch perspectief benaderde, realiseerde ik dat er op veel middelbare scholen voorbijgegaan wordt aan het daadwerkelijk begrijpen van de basisprincipes van het vak. Leerlingen leren bijvoorbeeld wel regels en formules uit hun hoofd en kunnen deze tot op zekere hoogte toepassen, maar ze bevatten niet echt waar ze mee bezig zijn. Dit leidt tot problemen wanneer de sommen – en dus ook het denken – complexer worden.

Het geven van wiskundebijles had nog een andere bijkomstigheid, namelijk dat ik me voor het eerst van toegevoegde waarde voelde, omdat ik daadwerkelijk iets kon betekenen in het leven van de pubers die ik help. In mijn gezin ben ik het jongste kind en ik heb me vaak gevoeld alsof ik er net zo goed niet had kunnen zijn. Mijn ouders kregen hun eerste kleinkind toen ik twaalf was en nog vele andere kleinkinderen volgden, waardoor mijn hele puberteit in het teken stond van de kinderen van mijn broers en zussen. Ze gingen er blijkbaar vanuit dat ik mijzelf wel zou redden. In die zin kan ik compenseren wat ik zelf gemist heb door mijn leerlingen elke week met hun schoolwerk te helpen, maar ook door met hen een persoonlijke band op te bouwen en zo een beetje onderdeel te worden van hun gezin.

Ondanks dat ik met succes en plezier deze bijlessen geef, komt regelmatig dat knagende gevoel weer terug: is dit het nou? Soms voel ik me weer als toen met mijn scriptie. Ik vind dan alles zinloos en weet niet waar ik naartoe onderweg ben. Ik vind het werk dat ik doe leuk, ik beheers wiskunde steeds beter, maar ik heb vaak het gevoel dat ik maar wat doe, dat ik me laat meevoeren op de snelheid van de maatschappij, dat ik een bepaalde bergop moet bereiken maar niet voldoende ben toegerust voor de beklimming.

Mijn week op La Gomera vormt een beginpunt vanaf waar ik langzamerhand weer meer filosofie in mijn leven heb toegelaten. Ik ging weer filosofische teksten lezen en hield me op een filosofische manier met wiskunde bezig. Zo probeer ik bijvoorbeeld regelmatig om bepaalde wiskundige vraagstukken te bewijzen, zoals waarom de stelling van Pythagoras klopt. Op 10 januari 2018 gaf ik mijn eerste filosofische lezing. Daarvoor ging ik terug naar de taalfilosofie en logica, en ik vertelde over het concept “bullshit”, onzinnige uitspraken à la Donald Trump. In de afgelopen periode schreef ik een serie van vier essays voor het filosofieplatform Future Based. In elk van deze essays besprak ik een aforisme van Ludwig Wittgenstein in de context van de corona-pandemie. Ik schreef bijvoorbeeld over het ethisch appèl waaraan wordt voorbijgegaan als alleen maar wordt gediscussieerd over welke regels op lange termijn het meeste levens redden, en over de waarden die ten grondslag liggen aan iemands opvattingen over de anderhalvemeterregel. Op die manier kan ik met filosofische activiteit bijdragen aan het maatschappelijk debat.

Met het geven van wiskundebijles ben ik niet gestopt, in tegendeel, daar haal ik nog steeds veel plezier uit. Ik realiseer me alleen steeds meer dat de kern van mijn werkwijze is dat ik anderen wil stimuleren om zelf kritisch en analytisch na te denken. Mijn “bergbeklimmingsprincipes” van helder nadenken en weten welke stappen je neemt zijn namelijk niet alleen bruikbaar wanneer ik wiskundebijles geef of een filosofisch artikel schrijf, maar hebben ook maatschappelijk en persoonlijk nut. Ze kunnen worden ingezet om de zin van de onzin te scheiden en kunnen daardoor bijdragen aan een constructief debat over maatschappelijke kwesties, maar komen ook van pas bij allerlei keuzemogelijkheden waarin we in ons leven van alledag mee worden geconfronteerd.

Mijn boek

Bestel 'Een zwerm spreeuwen'