Zo ongeveer elke twee maanden schrijf ik een woordportret. Een woordportret: dat is een persoonlijk en positief verhaal over mooie mensen in mijn omgeving. Een verhaal dat ze kunnen lezen en waardoor ze trots kunnen zijn op zichzelf. Het woordportret waar de volgende fragmenten van zijn, schreef ik voor mijn vriendin Debra.
“In de zomer meldde ik me aan voor de Soroptimist Club Arnhem, de regionale afdeling van een groot internationaal netwerk van vrouwen die zich inzetten om de levensomstandigheden van vrouwen en meisjes wereldwijd te verbeteren. Op mijn aanmelding kreeg ik pas in november een reactie, met oprechte excuses omdat er zo veel tijd overheen was gegaan en de vraag of ik iets over mezelf zou kunnen vertellen: wat ik in het dagelijks leven doe, waar mijn interesses liggen en waarom ik me heb aangemeld.
Ik vond het lastig om die vragen te beantwoorden. Mijn interesse voor vrouwenrechten en vrouwenemancipatie heeft geen eenduidige aanleiding. Ongelijkheid en onrechtvaardigheid tegengaan vind ik belangrijk, en dit is daar een onderdeel van. Zelf voel ik me niet per se achtergesteld, maar ik merk dat er om me heen nog steeds veel ideeën bestaan over hoe je als vrouw moet zijn en hoe je leven hoort te verlopen, ideeën waar ook ik niet altijd van kan loskomen. Hierover ga ik vaak in discussie, bijvoorbeeld met mijn collega’s. Ik werk bij Defensie, een omgeving met veel mannen, die soms nog erg traditionele opvattingen hebben over vrouwen. Zoals een van mijn directe collega’s, die toen ik was aangenomen voor een functie die hij ook wel zag zitten opmerkte “dat ik over niet al te lange tijd toch kinderen zou krijgen”.
(….)
Na de middelbare school nam ik een tussenjaar. In eerste instantie wilde ik naar Londen, om daar te gaan werken. Ik was, en ben, een groot van Harry Potter, en daardoor was ik altijd wel geïnteresseerd in de Engelse taal en in Groot-Brittannië. Misschien dat mijn interesse voor vrouwenemancipatie wel bij Harry Potter begonnen is: mijn twee favoriete personages zijn Hermione Granger en Ginny Weasley. Allebei zelfstandige en krachtige vrouwelijke personages die een belangrijke rol spelen in het verhaal. Ook volg ik Emma Watson, de actrice die in de films Hermione speelt, al lange tijd op verschillende sociale mediakanalen en zag hoe zij zich inzette voor vrouwenrechten.
Naar Londen ben ik nooit gegaan. Ik kreeg een relatie, ging werken in een kledingwinkel en startte een jaar later met de bachelor Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht. Ook voor die studie zette ik me niet honderd procent in. Ik probeerde me vooral heel erg aan te passen aan het ideaalbeeld van mijn toenmalige relatie. Hij wilde het liefst dat ik stopte met studeren, vond dat allemaal maar onzin, was meer gericht op werken en een gezin starten.
Uiteindelijk is deze relatie spaak gelopen. Ik was toen drieëntwintig en ging wonen in een studio in het centrum van Arnhem. Dat vond ik toen heel spannend, want ik ben nooit goed geweest in ’s avonds alleen zijn. Daar heb ik me overheen moeten zetten: nu maak ik mezelf niet meer bang. Ook toen heb ik echter niet de tijd genomen om na te denken over wat mij dreef, wat mijn ambities waren of waar ik naartoe wilde met mijn leven. Werken en mijn studie afronden, daar was ik mee bezig.
Nu, na een andere relatie van vijf jaar, ben ik weer zo’n anderhalf jaar alleen. De laatste tijd doe ik meer voor mezelf. Zo heb ik een keyboard gekocht en leer ik om daarop te spelen. Daarnaast pas ik geregeld op mijn nichtjes, de kinderen van mijn zus. Ook heb ik onlangs in mijn eentje een rondreis gemaakt door IJsland. Dat voelde als de eerste keer dat ik iets écht voor mezelf deed, iets wat ik zelf wilde, en me niet liet meevoeren door de keuzes die iemand anders voor me maakte. Ik heb een auto gehuurd en ben in twee weken het hele eiland rondgereden.
Een van de dingen die ik in IJsland hoopte te zien was het Noorderlicht. Dat is ook gelukt, op een donderdag, de laatste heldere avond daar. Dat moment herinner ik me nog goed. Ik stond voor de guesthouse mijn handschoenen aan te doen en zag dat de wolken langzaam groen werden. Vervolgens ben ik naar de kust gelopen, in mijn eentje, in het donker, ondanks mijn zenuwen.
De laatste avond, in een hostel in Reykjavik, was ik best verdrietig. Onderweg had ik veel complimenten gekregen van andere reizigers die me bewonderden, omdat ik alleen reisde. Zoals twee Amerikaanse dames, die me super courageous noemden. Iedereen leek alleen maar te genieten van hun leven en de ervaringen die ze tijdens het reizen opdeden. Zo voelde ik me totaal niet: ik kon alleen maar denken dat ik, zodra ik terug was, weer deel zou moeten nemen aan het echte leven.
Niet dat ik ontevreden ben met hoe mijn leven nu is, maar tevreden ben ik ook niet. De vraag wie ik ben en wat ik nog wil doen in dit leven blijft bestaan. Bij vriendinnen zie ik bijvoorbeeld dat zij duidelijk iets nastreven in hun leven. Dat ze ergens voor gaan. Dat zij hun plek in de wereld gevonden lijken te hebben, weten wat ze gelukkig maakt en wat ze ambiëren. Ik heb dat niet, nog steeds niet. Wat ik wel probeer is om steeds meer de ideeën los te laten die ik had over hoe mijn leven – in het algemeen en als vrouw – eruit zou moeten zien.
(…)
Misschien is dat wat ik kan opschrijven als ik eindelijk de moed bij elkaar heb geraapt om de Soroptimisten een e-mail terug te sturen: dat ik me heb aangemeld omdat ik uit eigen ervaring weet hoe belangrijk het voor meisjes en vrouwen is om voorbeelden te hebben, vrouwen die weten wie ze zijn, wat ze kunnen en waar in het leven ze naartoe willen.”
Meer Woordportretten lezen? Ik schreef eerder over Dea, Tim en Pieter.