Een dialoog is meer dan simpelweg een gesprek tussen verschillende mensen. Het is een gesprek waarin mensen zich vrij voelen om te zeggen wat ze willen zeggen. Dit kan tot nieuwe inzichten en ideeën leiden bij degenen die de dialoog voeren. Voor mij is het daadwerkelijk in dialoog gaan met mijn omgeving een constante uitdaging. Ik kan heel goed luisteren naar en rekening houden met anderen, maar vind het moeilijk om te uiten wat ik zelf vind en wil. Voor mij ontstaat daardoor een groot spanningsveld.
Een voorbeeld: een aantal maanden geleden heb ik een logo ontworpen voor ML-Print, de drukkerij waar ik werk. Maik, mijn werkgever, had zelf al een idee over hoe het logo eruit zou moeten zien. Ik was het niet met zijn idee eens, want ik had een ander ontwerp voor dit logo in mijn hoofd. Iets dat beter paste bij Maiks bedrijf. Maar hoe kon ik dit onder woorden brengen?
Voor mij is dit namelijk de essentie voor een mooi ontwerp: het levert een bijdrage aan het imago van een bedrijf of organisatie, een bijdrage aan de manier waarop het bedrijf bekend staat. Ik wil daarom niet even snel een logo maken ‘omdat het nou eenmaal moet’. Soms heb ik het gevoel dat dat is wat er gewenst wordt in onze maatschappij, waar alles om efficiëntie lijkt te gaan.
Maar wat ik wil, is een kwalitatief ontwerp aanleveren. Een ontwerp waarover is nagedacht. Dat is gemaakt in overeenstemming met hoe een bedrijf is. Dat betekenis heeft. Daar gaat tijd en aandacht in zitten. Een dergelijke kwaliteit is van meerwaarde, ook al beseffen veel mensen dat misschien niet.
Ik vond het lastig om mijn eigen idee aan Maik te presenteren, om met hem hierover in gesprek te gaan. Hij had immers al iets bedacht, wilde dat graag, en ML-Print is zijn bedrijf. Toch heb ik hem mijn ontwerp laten zien. De volgende dag zei Maik dat ik gelijk had en dat hij akkoord ging met het logo dat ik had bedacht.
Dit is typisch voor waar ik in het dagelijks leven veel moeite mee heb. Ik vind het moeilijk om daadwerkelijk te gaan staan waar ik voor sta en te zeggen wat ik vind. In plaats daarvan pas ik me aan aan de mensen om mij heen. Ik deel niet wat ik te zeggen heb, maar hou me liever stil en blijf aan de zijlijn staan. Daarmee sluit ik me echter ook heel erg van mijn omgeving af.
Met Maik werk ik samen sinds 2019. ML-Print is voorgekomen uit het mediabedrijf Inktvis Media, waar hij bedrijfsleider was. Bij Inktvis ben ik terechtgekomen via mijn psycholoog, Natasja. Ik weet nog goed hoe zenuwachtig ik was toen ik er voor het eerst kwam werken. Het was op een woensdag, de dag waarop alle medewerkers van het bedrijf samen lunchten. Dat had Maik een goed idee geleken, want dan kon ik meteen met iedereen kennismaken. De week ervoor had ik geen oog dichtgedaan. In eerste instantie zou ik één ochtend per week bij Inktvis gaan werken, maar al gauw werd dat vaker. Ik leerde er meer over grafisch vormgeven en branding. Dat is iets wat ik sowieso graag doe: nieuwe dingen leren. Ik heb voor het bedrijf toentertijd een logo, huisstijl en nieuwe website gemaakt, en mocht ook de bewegwijzering voor het nieuwe bedrijfspand ontwerpen.
Het heeft wel lang geduurd voordat ik me er echt op mijn gemak voelde. Dat gebeurde pas na het jaarlijkse bedrijfsuitje, doordat ik mijn collega’s op een meer persoonlijke manier leerde kennen. Daardoor kon ik steeds een beetje meer mezelf zijn.
In 2020 stopte Inktvis, mede vanwege de coronacrisis. Maik maakte een doorstart onder de naam ML-Print en vroeg of ik voor hem wilde blijven werken.
Met het idee van branding kwam ik voor het eerst in aanraking tijdens mijn studie Communicatie en Multimedia Design aan de HAN. Een van de eerste opdrachten daar was op een magazine over mezelf te maken. Ik ontwierp mijn eigen logo: een minimalistische T, opgebouwd uit driehoeken van verschillende tinten blauw. Dat logo gebruik ik nog steeds.
Deze studie heb ik echter nooit afgemaakt. Ik was eraan begonnen met torenhoge en onrealistische verwachtingen. Mij was verteld dat het eindelijk iets zou zijn wat alleen maar leuk was. Dat was natuurlijk niet zo. Het eerste jaar verliep redelijk vlekkeloos, maar in het tweede jaar liep ik tegen problemen aan. Veel van de opdrachten vond ik niet leuk. Meer nog dan dat had ik moeite met het contact met mijn medestudenten. Ik voelde me steeds onzekerder en ontwikkelde daarbij allerlei fysieke klachten, zoals oorpijn. Dit belemmerde me enorm in mijn dagelijks functioneren.
De onzekerheid kwam niet uit het niets vallen, maar dit was wel de eerste keer dat ik er van bewust was dat het best een groot probleem was. Voor mij is het heel belangrijk om op de juiste plek met de juiste mensen te zijn. Dat is een voorwaarde om mijzelf te laten zien. Dit was al zo op de basisschool en de middelbare school.
De eerste jaren op de basisschool, toen ik nog op de Pieter de Jongschool zat, vond ik bijvoorbeeld helemaal niet leuk. Pas toen we verhuisden en ik in groep 7 en 8 op de Arabesk terechtkwam, had ik plezier in naar school gaan. Onze meester, meester Eelco, was meer betrokken, de school was klein, iedereen kende elkaar.
Op de middelbare school ervaarde ik hetzelfde. Ik durfde nooit goed mijzelf te zijn, wilde er graag bij horen. In de vijfde klas van het vwo bleef ik zitten, waardoor ik opeens in een klas terecht kwam waarin iedereen wél met elkaar betrokken was. Echt mezelf zijn lukte echter nog steeds niet helemaal. Bij de diploma-uitreiking riep mijn mentor, meneer Claessens, me op het podium en zei: Tim ken ik al zeven jaar, en nog steeds weet ik eigenlijk niets over hem.
Mijn onzekerheid bereikte een toppunt na mijn ervaringen op de HAN. Dit kwam ook doordat mijn ouders in die tijd gingen scheiden. Twee jaar lang was ik niet in staat om mijn leven op welke manier dan ook vorm te geven. Ik kon niet eens bedenken wat ik voor mijzelf wilde; laat staan dat ik dit aan iemand anders kon aangeven.
Toch vroegen andere mensen mij ook in die tijd vaak om advies over en hulp bij alles wat met grafisch design te maken had. Ik kon geen nee zeggen en wilde ook bereid zijn om anderen te helpen. Voor mijzelf legde ik de lat heel hoog. Ik wilde altijd het beste resultaat, in plaats van een simpel goed genoeg. Dat was ook een soort vluchtgedrag. Ik stelde daardoor heel veel uit en wilde op een gegeven moment helemaal niets meer doen.
In 2017 besloot ik dat het genoeg was. Ik zocht hulp en heb zo’n anderhalf jaar verschillende therapieën gevolgd. Daarna heb ik een aantal stappen genomen om mijn leven weer op de rit te krijgen. Gaan werken bij Inktvis Media was daar één van.
Ook startte ik samen Dakota het kledingmerk Cité Clothing. We maakten T-shirts en hoodies. Ik maakte de ontwerpen hiervoor: minimalistische designs van belangrijke bouwwerken van de kleinere steden. Ook hierbij kwam ik weer in het bekende spanningsveld terecht. Ik vond dat de manier waarop we werken niet bij me passen en was het eigenlijk niet eens met hoe we het hele concept hadden uitgewerkt. Maar ik durfde dat in eerste instantie niet aan te geven. Daardoor had ik telkens het gevoel dat ik over mijn eigen grenzen heen ging en begon ik het steeds minder leuk te vinden. Uiteindelijk heb ik dat bij Dakota aangegeven. Voor mij was dit een eerste stap in het doorbreken van het spanningsveld. Hij zag het al wel aankomen en pakte het op een positieve manier op. Dat voelde als ik een opluchting.
Nu ik met Cité ben gestopt, wil ik me gaan richten op mijn eigen project, dat ik Never Avoid heb genoemd. Never Avoid is ook een manier om mezelf aan te sporen. Heel lang vermeed ik het om mijzelf te laten zien aan de wereld. Ik vermeed het om de dialoog met anderen aan te gaan. Dat voelde veilig. Ik paste me aan aan wat ik dacht dat anderen van mij zouden denken en kon daar niet op terugkomen. Zeggen wat ik dacht of vond, of iets anders van mezelf laten zien dan ik voorheen deed, ervaarde ik als bedreigend. Hierin wil ik groeien.
Ik wil meer de dialoog aangaan en ruimte creëren voor verschillende perspectieven en meningen. Ik wil meer mijn ideeën aan de wereld laten zien en inzien dat het niet erg is als anderen het daar niet mee eens zijn. Mijn waarde als persoon of de waarde van mijn ideeën wordt daar niet door aangetast. Alleen wanneer ik de dialoog aanga en mezelf en mijn ideeën presenteer, kunnen anderen rekening met mij houden. En samen kunnen we tot nieuwe ideeën komen.